Veenweidegebied
Fryslân kent ongeveer 80.000 ha veenweidegebied. De afgelopen decennia was het beleid gericht op ontwatering en peilverlaging (peil volgt functie), waardoor de veengebieden zijn gezakt, met als gevolg dat hier veel CO2 vrijkomt. De CO2-uitstoot moet in 2030 met 55% zijn gedaald ten opzichte van 2010.
Dit vraagt een wijziging van het provinciale beleid: het waterpeil in de veenweidegebieden moet omhoog. Daarmee behouden we het veen en neemt de CO2-uitstoot af.
Bij een hoger waterpeil kunnen boeren in dit gebied niet meer op dezelfde wijze het land bewerken. Ook komt de weidegang onder druk te staan. De ChristenUnie vindt dat de betrokken boeren perspectief moeten krijgen. De aanpak van deze problematiek kan alleen slagen door intensief met boeren samen te werken en met maatwerk-oplossingen te komen. Ook moeten boeren worden ondersteund bij het ontwikkelen van nieuwe verdienmodellen. Denk aan de teelt van de lisdodde als grondstof voor circulaire woningbouw. Daarbij is de eerste jaren een overgangscompensatie vanuit de overheid noodzakelijk. Een optie is ook het plaatsen van zonnepanelen op grond die minder geschikt is voor landbouw. Dit vraagt onderzoek naar het verantwoord inpassen van zonnevelden in het landschap.
Funderingsschade
Het zakkende veenweidegebied veroorzaakt ook een probleem voor woningen die op houten palen zijn gebouwd. Deze palen verrotten door drooglegging. Dat leidt tot grote schade aan de huizen (gemiddeld zo’n € 100.000). In sommige gevallen is sloop de enige optie. Die kosten kunnen huiseigenaren niet zomaar ophoesten. Na een langslepende discussie wordt het tijd dat de provincie hiervoor verantwoordelijkheid neemt, samen met het Wetterskip en het Rijk. Hier is eind 2022 een begin mee gemaakt. Gedupeerde huiseigenaren moeten ruimhartig worden gecompenseerd.