Naast duurzame woning ook veilige leefomgeving
Woningcorporatie WoonFriesland staat de komende jaren voor de moeilijke opgave om voldoende beschikbare en betaalbare woningen te bieden. De Provincie moet een regierol vervullen in de noodzakelijke hervorming van de woningmarkt en daarmee tempo houden. Dat zei directeur-bestuurder Frans Kooiker woensdag 14 maart tijdens het werkbezoek van de Statenfractie van de ChristenUnie in Grou.
De woningmarkt zit op slot en dat raakt ook de woningcorporaties. Wisten die in het verleden nog redelijk gemakkelijk duurdere huurwoningen te verkopen, nu is dat een lastige opgave. Daardoor is het moelijker om geld vrij te maken voor bijvoorbeeld herstructurering van oude woonwijken.
Toch investeert WoonFriesland nog ruim in het verbeteren van woningen, zegt Kooiker. De nadruk ligt daarbij op het verduurzamen van woningen, zodat de energielasten afnemen. Ook worden nog steeds nieuwe woningen opgeleverd, al is het aantal wel aanmerkelijk minder dan voorheen.
De corporatie zorgt voor maatschappelijke en economische stabiliteit door in te zetten op goed wonen, betoogt Kooiker. ‘Dat is naast een duurzame woning ook een prettige en veilige leefomgeving.’ Hij zit daarom vaak aan tafel bij verschillende Friese gemeenten. De leus van de corporatie is dan ook ‘Samen bouwen aan beter wonen.’
WoonFriesland is een particuliere instelling met de publieke opdracht om huishoudens met een bescheiden inkomen en bijzondere doelgroepen te voorzien van een betaalbare en leefbare woning. De maatschappij verandert en de corporatie moet meebewegen. Dat vraagt aanpassing van woningen aan meer zorg vragende ouderen, starters en gezinnen en ook een verbetering van de energieprestatie. Tegelijk kan het noodzakelijk zijn om oude wijken een facelift te geven. Dit kan door gedeeltelijke sloop, herindeling en renovatie volgens de huidige maatstaven.
WoonFriesland is ontstaan uit een zevental fusies en met 22.000 verhuureenheden in 21 gemeenten de grootste sociale verhuurder in Fryslân. Vijftien procent van hun omzet komt uit woon/zorg-eenheden en vijf procent uit maatschappelijk vastgoed, zoals bijvoorbeeld Brede Scholen of Multifunctionele Centra.