Windmolens alleen daar waar draagvlak is
De morgenzon schijnt volop in de sfeervolle keuken van boer Lolle Hylkema uit Tjerkwerd als de fractie van ChristenUnie op woensdag 16 januari op bezoek komt. Sterk staaltje energiebesparing; de thermostaat staat al uit sinds 8 uur. Maar de zonnestralen zijn voldoende krachtig om de ruimte aangenaam te verwarmen. “Tûk wêze en natuerlike boarnen brûke”, verklaart Hylkema. Deze filosofie heeft hij handen en voeten gegeven in de wijze waarop hij zijn boerenbedrijf runt, in het windmolenpark Baburen en in een boerderij in Tanzania waarin hij participeert onder de noemer van ontwikkelingshulp.
Hylkema weidt zijn 80 melkkoeien volgens de principes van Pure Graze. Dat betekent dat zijn koeien zo laat mogelijk in het jaar op stal gaan en al weer vroeg in het voorjaar op relatief kleine percelen worden geweid. De koeien wisselen vaak van weidegrond. Het gebruik van krachtvoer wordt zo beperkt mogelijk gehouden. Door veel variatie in gras – niet alleen Engels raaigras – worden de percelen kruidenrijk en krachtig. Uiteindelijk levert het een lagere kostprijs op voor de melk.
Vanaf 1989 is Hylkema ook windboer. Zijn eerste molen was een Lagerwei, later kwamen er vijf grotere molens die door vier boeren samen werden geëxploiteerd. Met een opschalingsubsidie konden deze in 2007 vervangen worden door acht molens met een masthoogte van 60 meter. De vijf molens die vervangen werden zijn verhuisd naar Polen.
In eerste instantie had de gemeente weinig oren naar windmolens, maar doordat er draagvlak was onder de bevolking veranderde dat. Hylkema is zeer tevreden over deze gang van zaken. Het is juist het gebrek aan draagvlak waardoor hij grote twijfels heeft over de haalbaarheid van de provinciale windmolenplannen in de nieuwe provinciale Structuurvisie Wind. “De Provincie wijst grote gebieden aan waar het moet gebeuren. Maar niemand heeft er voordeel van en de weerstand is groot”. Overigens twijfelt hij ook aan de opbrengst van een windmolenpark in het IJsselmeer. Te duur en te veel op een klein oppervlakte, oordeelt hij. Volgens de windboer is een opstelling is een lijn het meest effectief. “Ook in het windpark Baburen hebben we gekeken naar de maximale afstand tussen de molens. Het gaat erom dat het hoogste rendement wordt behaald”.
Volgens Hylkema moet de Provincie aansluiten bij bestaande gebieden. Daar is volgens hem al voldoende draagvlak. “Het dorp moet ervan profiteren. Hier is het dorp volwaardig partner. Die krijgt ook elk jaar een evenredig deel van de winst. Iedereen die binnen een straal van 400 meter binnen de molens woont, moet participeren. Of er moet genoegdoening plaatsvinden”, vindt hij.
Een tijdelijke vergunning voor windmolens, waarvoor de ChristenUnie onlangs aandacht vroeg, ziet Hylkema niet zitten. Volgens hem worden windboeren dan onvoldoende verleid tot saneren en ook het investeren in nieuwe molens zal worden afgeremd.