Motie van wantrouwen
vrijdag 19 oktober 2012 15:33 Het was vooral het afwijzen van de uitgestoken hand door Gedeputeerde Staten die de oppositie in de Staten van Fryslân er woensdag 17 oktober toe bracht een motie van wantrouwen in te dienen tegen het hele college. De Staten debatteerden 7 uren over het gevoerde grondbeleid vanaf 2007 tot 2010. Aanleiding voor het debat was het rapport van de Noordelijke Rekenkamer (NRK). Hierin wordt het provinciaal grondbeleid ter discussie gesteld. Het NRK schrijft dat er te veel grond is aangekocht voor een te hoge prijs en dat het grondbeleid bij de Provincie organisatorisch niet op orde is.
Zes oppositiepartijen wilden de kwestie uitdiepen met een ‘parlementair’ onderzoek, zodat betrokkenen onder ede kunnen worden gehoord. Dit onderzoek was bedoeld om ondermeer duidelijkheid te krijgen over de bestuurscultuur, zodat men op basis van leerpunten verbeteringen door kan voeren. Het vertrouwen van veel Statenpartijen in het college is al vaker een punt van discussie geweest. Een parlementair onderzoek zou kunnen helpen om het vertrouwen van de staten in het college te herstellen. PVDA, CDA en FNP – de coalitiepartijen – wilden liever wachten op het externe rapport dat gedeputeerde Johannes Kramer laat maken door bureau Berenschot. Dit stuk komt over drie maanden naar buiten. Ook het college weigerde in te stemmen met het verzoek voor een provinciale onderzoekscommissie naar het grondbeleid. Daarop zegden de oppositiepartijen het vertrouwen op in alle gedeputeerden van GS door middel van een motie van wantrouwen. Uiteindelijk was de stemming 19 voor en 23 stemmen tegen de motie.
