Windturbine of windtunnel?

donderdag 10 oktober 2002 12:24

Windenergie is schone energie. Toch is er veel weerstand vanwege landschapsvervuiling. Daarom zoeken sommigen het in ándere schone energie, zoals zonnecellen. Maar dan blijft de wind als energiebron onbenut. Dat zou jammer zijn. Daarom wordt het hoog tijd om naar andere vormen van windenergie te zoeken.

Windenergie is schone energie. Toch is er veel weerstand vanwege landschapsvervuiling. Daarom zoeken sommigen het in ándere schone energie, zoals zonnecellen. Maar dan blijft de wind als energiebron onbenut. Dat zou jammer zijn. Daarom wordt het hoog tijd om naar andere vormen van windenergie te zoeken.

Windturbine
De één vindt ze prachtig, de ander verfoeit ze. Over smaak valt niet te twisten, zegt het spreekwoord. In de praktijk wordt daarover juist heel veel getwist. Er is draagvlak voor windturbines, maar dat wordt nooit een breed draagvlak. Ook al zijn het pronkstukjes van techniek. Ook al zijn ze per stuk wel 1 of 2 of zelfs 3 Megawatt. Hoe meer vermogen, hoe minder er nodig zijn. Maar ook: hoe meer vermogen, hoe hoger ze zijn. En dat willen velen juist niet.

Horizontale windmolen (1988 - 1991)
Al vele jaren geleden werden er twee horizontale molens uit China en Polen geplaatst bij park Aeolus in Sexbierum. Ook Tadema in Leeuwarden bouwde een horizontale windmolen. Een aantal verticale schermen vangen de wind op en brengen een verticale as in een draaiende beweging. Na een halve omwenteling zou de wind aan de achterzijde van het scherm komen, maar dan kantelen de windschermen zich van de wind af en vangen de andere schermen weer wind. Een bezwaar is dat de bewegende schermen aan slijtage onderhevig zijn en lawaai maken door het ‘omklappen’ van de schermen. Hoofdbezwaar is dat de schoepen nooit sneller kunnen draaien dan de windsnelheid. Dat is anders bij een verticale turbine, waarvan de wieken schuin in de wind staan, waardoor de windsnelheid ruim wordt overschreden.
In Groningen stond vorig jaar een horizontale windmolen in Grijssloot nabij Leens. Ook die is echter alweer verdwenen.

Zeilwindturbine (1996)
Technicus Willem Jansen uit Wageningen bouwde een windturbine van 16 meter hoog met drie schoepen. De turbine werkt - elektronisch – op een vast toerental van 40 per minuut.
De rechtopstaande draaiende bladen hoeven door de speciale vorm niet om te klappen, zoals bij andere horizontale molens. Hij noemde zijn bedrijf EWA, naar de voornamen van zijn zoon Erik Wolfgang en die van hemzelf: Wilhelmus Antonius. Zeilen is zijn hobby en de vorm van het zeil gebruikte hij als basis voor de vorm van de verticale bladen.

Trommelmolen (1999)
Deze windturbine heeft geen mast en geen wieken, maar bestaat uit drie trommels van elk 4,5 meter hoog, die ingebouwd zijn in een vakwerkmast. De molen is 25 meter hoog en zou weinig geluid maken. De geproduceerde energie is 15 Kilowatt. De eerste in Fryslân zou in de wijk Himsterhout in Drachten worden geplaatst. Uiteindelijk ging de plaatsing niet door. De resultaten bleken tegen te vallen.

Miniturbine (2000)
De turbines gingen niet uitsluitend de hoogte in. Lagerwey ontwikkelde ook een miniturbine van 12 meter hoog. Op het Nederlandse paviljoen op de Expo 2000 in Hannover plaatste Nuon zes van deze miniturbines. Ze zouden voldoende stroom leveren voor één huishouden (5000 Kilowattuur) en amper lawaai maken. Toch werd er verder niet veel meer van gehoord. Een bezwaar is natuurlijk, dat ook deze turbines gebonden zijn aan regelgeving. Prijs: NLG 30.000.

Windturby (2000 - 2002)
De bouw van windturbines is streng gebonden aan regelgeving. Ten eerste moet voldaan worden aan het provinciale plan Windstreek. Vervolgens moet het passen in gemeentelijke plannen en voorschriften. Een vergunning krijgen is dus geen kleinigheid. Vandaar dat er gezocht werd naar een turbinetje die niet onder de regelgeving zou vallen. Het milieucentrum KNN, verbonden aan de Universiteit van Groningen, nam in 2000 het initiatief in samenwerking met Middag-Humsterland Duurzaam. De windturbine produceert 5000 Kilowattuur en kostte NLG 15.000. In tien jaar zou de ‘Turby’, zoals het apparaatje werd genoemd, terugverdiend zijn. Niet bekend is of het idee in productie is genomen. Een zekere Sidler heeft kortgeleden dit idee nieuw leven ingeblazen. Hij nam de naam ‘Turby’ over, schatte de opbrengst op 3000 tot 5000 Kilowattuur en de kosten op € 7500 tot € 10.000. En ook: “Dat is in tien jaar terugverdiend”.

Windbussen (2002)
Het Franse EdF maakt op heel andere wijze windenergie. Een ronde bus van 25 meter met vier spiraalvormige windvangers, die voor ½ MW zorgen. Het eiland Vlieland lijkt ermee te worden uitgerust. Vlieland wil af van zijn oude dieselcentrale en wil milieuvriendelijke energie. Vanzelfsprekend kan windenergie op een eiland niet ontbreken. Ook andere vormen van energie worden daarbij gebruik. Hoe meer soorten, hoe constanter stroomvoorziening. Hoe minder aanvullende energie nodig is van een (kleine) gasgestookte hulpcentrale.

Windtunnels (2002?)
De wind gaat naar het zuiden en draait naar het noorden, aldoor draaiend gaat hij en op zijn kringloop keert de wind terug (Pred. 1:6).
In ons land is zuidwestenwind het meest voorkomend. In windrijke maanden is de wind meestal tussen zuidzuidwest en noordnoordwest. Het lijkt daarom niet onlogisch om wind uit die richting ‘op te vangen’ en te bewerken. Ik denk dan aan een enorme halve trechter, die met de opening naar het westen is gericht. Om de wind extra op te vangen worden aan zowel de noordelijkste als aan de zuidelijkste kant intelligente windschermen geplaatst. Die zorgen voor extra windgeleiding in de trechter. Aan het einde van de trechter zit de uitloop. Die kan het beste in de vorm van een slakkenhuis gelegd worden, met het uiteinde omhoog. De wind wordt samengeperst in de trechter, in het slakkenhuis vindt een snelheidsversterking plaats en net voor de uitloop wordt een propeller geplaatst, die de ronddraaiende beweging omzet naar energie. De versnelde wind wordt schuin omhoog in oostelijke richting de lucht ingeblazen. Een dergelijk ontwerp tast nauwelijks het landschap aan: er is alleen een heuvel te zien. Dat is vanzelfsprekend goed inpasbaar. Dat lijkt mij veel beter dan een woud van turby’s op huizendaken. Alhoewel de stichting ‘Gjin romte foar wynhannel’ niet negatief oordeelt over dergelijke mini-windmolens, moeten die er maar niet komen. Vele jaren hebben we moeten aankijken tegen een woud van antennes op de daken. Als een dergelijk woud van metaalconstructies terug komt, zal dat geen aanwinst zijn.
Daarom verdient een windtunnel nader onderzoek.

Bram van der Werf, statenlid.

« Terug

Archief > 2002

Geen berichten gevonden