Nieuw cultuurbeleid in Fryslân vanaf 2021
Opnieuw is er verzet vanuit het culturele veld tegen het nieuwe cultuurbeleid. Zij vinden het onjuist dat pop en theater een bevoorrechte positie krijgen. Vorig jaar besloten Provinciale Staten dat het culturele veld nauw betrokken moest worden bij de heroriëntatie, waarin bepaald wordt welke instellingen in aanmerking komen voor subsidie.
Tijdens de Statenvergadering van 19 december 2018 is er onduidelijkheid over het nieuwe beleid. Dat komt omdat er een focus gelegd wordt op popcultuur en theater. Waar zijn de beeldende kunst en de muziek gebleven? Krijgen deze instellingen nog wel subsidie? Gedeputeerde Poepjes legt meerdere keren uit hoe zij die focus ziet. Het blijft vaag en de vragen blijven komen vanuit de Staten. Ze legt uit: ‘Het betekent niet dat andere kunst en cultuurvormen geen subsidie en of ondersteuning krijgen. In het nieuwe plan gaat het vooral om wat het met de burger doet en niet wat voor instelling het is.’
Statenlid Reitze Douma is het ook niet eens met het voorstel om te focussen op popcultuur en theater. Hij pleit in het debat voor het meenemen van cultuur in de volle breedte. Daaronder vallen veel aspecten van het rijke Friese cultuurleven. Cultuur moet van onderop komen. Cultuur is een belangrijk onderdeel voor de leefbaarheid en aantrekkelijkheid van onze provincie. ‘We moeten ons niet vastleggen op deze twee onderdelen als uitgangspunt,’ zegt hij.
De ChristenUnie dient daarom een voorstel in om popcultuur en theater niet nadrukkelijk te benoemen. Dit haalt het niet bij de stemming. Vervolgens steunt de ChristenUnie de voorstellen van andere partijen om muziek en beeldende kunst alsnog toe te voegen aan de Friese Kunst Infrastructuur. Naast de genoemde popcultuur en theater. Deze voorstellen halen het wel en daarmee zal het cultuurbeleid breder opgesteld worden.