Kerkentour: Doopsgezinde Broederschap in Surhuisterveen
In het kader van de kerkentour van de provinciale fractie van de ChristenUnie heb ik zondag 15 februari met mijn vrouw de dienst van de Doopsgezinde Broederschap in Surhuisterveen bijgewoond. Op bezoek bij het ‘vermaenhuys der mennieten in Suyderhuysterveen.’
Na afloop, thuis, las ik in het boekje ‘Geworteld en Gegrond in het Veen (200 jaar Feanster Formanje)’ de bijzondere geschiedenis van deze christelijke denominatie. Tot ±1800 mocht het gebouw niet kerk heten; zo’n gebouw werd door de groep een vermaanhuis genoemd – vandaar de huidige aanduiding ‘Vermaning’.
Verbazingwekkend was het voor mij te lezen dat tot ±1800 er geen totale godsdienstvrijheid in Nederland was. De gereformeerde kerk (hervormde kerk) was het enige door de overheid erkende kerkgenootschap. Dat kun je je in 2015 helemaal niet meer voorstellen? Toen werd de doopsgezinde gemeente gedoogd, als ze maar geen herkenbare kerkgebouw had en niet vergaderde aan de openbare weg. (!?)
Terug naar het Vermaanhuis op 15 februari: we kwamen in een ‘warm bad’ en voelden ons uitermate welkom. Het was zelfs opvallend de wijze waarop de ontmoeting plaatsvond en de ‘broers en zussen’ met elkaar omgingen tijdens de ontmoeting, gedurende de hele dienst en daarna: een echte gemeenschap.
We werden speciaal welkom geheten en van harte uitgenodigd voor de koffie na afloop.
Nu het belangrijkste: de vermaning in de Vermaning. Ds. Wilma Tiemersma-Veenstra liet twee gedeelten uit de bijbel lezen: de geschiedenis van de genezing van Naäman – een legerhoofdman – van de ernstige ziekte huidvraat ofwel melaatsheid en van een man die Jezus wilde ontmoeten en deed en ook genezen werd van die ziekte. Melaatsheid, een ziekte die zorgde voor eenzaamheid, voor een bestaan als ‘onaanraakbare’. Iemand met melaatsheid aanraken was bij Joodse wet verboden. Als je het wel deed was je ook ‘onrein’ en moest je een periode in afzondering doorbrengen.
Wat deed Jezus? Hij omarmde de melaatse (wetend dat Hij dan onrein zou zijn) en genas hem. Het gevolg was dat Jezus een tijdje in afzondering moest leven.
De man die genezen werd was (na controle door de toenmalige autoriteiten) weer welkom in de maatschappij; hij was schoon. Jezus omarmt ook ons!
In de Vermaning werden wij vermaand en gemaand dit gedrag van Jezus te volgen: mensen met een verstandelijke ziekte, mensen met aids, mensen met ebola ..............
Motto van de preek: “Hoe ver wil je gaan in het iets doen voor de ander?”
Diepe bewogenheid kan de ander (je naaste, je buurman, je familielid, je kennis, je collega) troost geven. De oproep in de preek was: uit ‘innerlijke bewogenheid’ met je omgeving – en dan vooral met hen die het echt nodig hebben – mee te leven. Kom dicht op de huid van die mensen, raak ze aan (net als Jezus deed met de melaatse man), soms met alle gevolgen van dien ........... Niemand mag buiten de boot vallen.
Motto van de ChristenUnie: “Niemand mag buiten de boot vallen”.
Als echte en doorgewinterde gereformeerde ging ik, goed gevoed en gemotiveerd, naar huis na de ‘doperse’ dienst. Ik kan er weer tegenaan.
Reitze Douma (kandidaat provinciaal statenlid ChristenUnie)
Meer informatie over de kerkentour vindt u hier