De les van het Langman-akkoord

zaterdag 31 juli 2004 22:45

CdK Nijpels heeft in het FD van 27 juli gewaarschuwd dat het Noorden 2,73 miljard euro dreigt te verspelen die het Rijk voor de aanleg van de Zuiderzeelijn heeft gereserveerd. Daarbij wekt hij de indruk dat  "de Zuiderzeelijn in de vorm van een magneetzweefbaan, een cadeautje aan ons, opgenomen in het Langman-akkoord" zou zijn. Die indruk is onterecht.

Aan de Regioredactie van het FD

In de eerste plaats is de Zuiderzeelijn geen prioritair onderdeel geweest van het Langman-rapport van september 1997, maar naderhand expliciet toegevoegd aan het Ruimtelijk-economisch ontwikkelingsprogramma Noord-Nederland 2000 t/m 2006. Het oorspronkelijke Langman-rapport omvatte een serie aanbevelingen voor een veel breder pakket maatregelen ter waarde van 10 miljard gulden, ter versterking van de Noordelijke economie, zoals ook in het FD reeds meermalen is betoogd. Dit pakket maatregelen werd volgens de Nota van Toelichting op het oorspronkelijke regeringsbesluit onderscheiden naar ten eerste de periode tot het jaar 2010 en vervolgens de periode 2010-2030. In deze aanbevelingen vormde een meer rechtstreekse railverbinding vanuit de Randstand naar Noord-Nederland slechts een onderdeel van de plannen op langere termijn, zoals door de heer Langman ook altijd is betoogd. Desondanks hebben de Noordelijke provinciebestuurders, onder aanvoering van enkele ambitieuze Commissarissen, in meerderheid al te gretig ingezet op de aanleg van een snelle verbinding voor 2010 tussen de Randstand en het Noorden in de vorm van een magneetzweefbaan. Met andere woorden: een onderdeel van het oorspronkelijke Langman-rapport, een meer rechtstreekse railverbinding vanuit de Randstand naar het Noorden op langere termijn, werd als Zuiderzeelijn in de vorm van een magneetzweefbaan naar voren gehaald en uitvergroot.
In de tweede plaats is het getuige de turbulente looptijd van het MZB-dossier in deze eeuw bepaald niet zo, dat een dergelijke magneetzweefbaan een cadeautje aan ons opgenomen in het Langman-akkoord zou zijn, zoals de heer Nijpels het formuleert. Er is geen sprake van een magneetzweefbaan in het Langman-akkoord, maar met enige goede wil hooguit van een Zuiderzeelijn (ongeacht de uitvoering) op de langere termijn. Dit zogenaamde cadeautje moet nog altijd zwaar bevochten worden op het Rijk, waarbij we nu in de fase zijn aangekomen dat het in het Langman-akkoord afgesproken pakket van maatregelen voor de eerste fase tot 2010, inmiddels door het Rijk is afgezwakt tot de periode t/m 2006.
In de derde plaats heeft onlangs infrastructuur-hoogleraar prof.dr. Albert Pols nog voor het NOS-Journaal betoogd, naar aanleiding van het enorme verlies bij de exploitatie van de spoortunnel onder het Kanaal: De Kanaaltunnel kan een les zijn voor railverbindingen die nog op stapel staan. Zoals de magneetzweeftrein naar Groningen, die ook een enorme investering vergt. Helaas leert de geschiedenis te vaak dat de mens niets van de geschiedenis leert. Het pleidooi van Johannes Kramer voor een Hanzelijn+variant in het FD van 28 juli biedt in elk geval een redelijk alternatief. Welk besluit over welke variant uiteindelijk ook genomen zal worden, de tien miljard (gulden) die Langman oorspronkelijk het Noorden voor een beter ruimtelijk-economisch perspectief had willen toebedelen, lijken voor dit Randstadkabinet al niet eens meer in beeld te zijn. Maar als de MZB-droom straks uit zal zijn, dan blijft een betrouwbare overheid altijd nog als belangrijkste toetssteen voor welk waarden- en normendebat ook gelden. Dan zal blijken in hoeverre het Kabinet Balkenende II zelf deze toets kan doorstaan. De oplettende kiezer mag dat te zijner tijd beoordelen.


De les van het Langman-akkoord
door Rein Ferwerda
Morra, 28 juli 2004

« Terug

Archief > 2004

Geen berichten gevonden