‘Reeds in de middeleeuwen wordt de naam Staten (standen) gebruikt voor een orgaan waarin de verschillende standen vertegenwoordigd zijn. We praten dan over de adel, de geestelijkheid en de derde stand. De Bourgondische en Habsburgse landvoogden proberen op die manier het gewestelijke bestuur te kanaliseren. In Friesland is op een gegeven moment ook plaats ingeruimd voor eigenerfde boeren. De overeenkomst met nu is in elk geval dat in de staten verschillende lagen uit de bevolking vertegenwoordigd zijn. Weliswaar hebben bepaalde oligarchen geprobeerd het principe te verzieken, maar dankzij Thorbecke en zijn liberalen (hulde daarvoor) zijn de staten aan het volk teruggegeven.

De term deputés duikt pas op omstreeks 1795 als bepaalde aangewezenen uit de staten, het gewest in Den Haag vertegenwoordigen. De deputés, later gedeputeerden, vertegenwoordigen dus de staten en zijn onderdeel van die staten. Er is dus alles voor te zeggen om die term gedeputeerde tot aan de invoering van het dualisme te blijven gebruiken. Immers: Gedeputeerden waren onderdeel van de staten en legden verantwoording af aan de staten.

Nu de gedeputeerden geen onderdeel meer uitmaken van de staten, ligt het niet in de rede om de naam van Provinciale Staten te wijzigen. Immers zij zijn de aloude voortzetting van het orgaan waarin het volk vertegenwoordigd is. Als er al een naam voor verandering in aanmerking komt is dat dus die van gedeputeerde: Hij/zij is namelijk niet meer een afgevaardigde van de staten en bevindt zich zoals we dat vaak uitdrukken op afstand van die staten.